067 – Aftellen.

Het is nu eigenlijk wachten op de vertrekdatum. Het spreekwoordelijke aftellen is begonnen. Alles is geregeld, alles is voorbereid op wat kleine dingetjes na. As zaterdag gaan we nog op visite bij Marja en Bob. Zij zijn eind vorige week teruggekomen uit Florida en buiten dat we hun verhalen willen horen hebben zij wellicht nog wat niet te missen tips voor op ons reisplan. Het reisplan dat afgezien daarvan klaar is. We hebben een hele lijst met mogelijk te bezoeken en te doene zaken. Daarnaast hebben we ook een aardig lijstje met restaurants die zich zeer waarschijnlijk kunnen verheugen op ons bezoek.

Buiten dat wordt het gewoon tijd dat we gaan want ik heb al weken ongelooflijk trek in spare-ribs. Nu weet ik dat die ook in Nederland te koop zijn maar aangezien deze in de US veel lekkerder zijn heb ik mezelf gemarteld door de spareribs uit te stellen tot we in Florida zijn.

De laatste dagen houden we ook het weer in de gaten. En dat is niet best:

Warm (maar daar is mee te leven), veel regen en onweer. Maar we praten onszelf op verschillende manieren moed in: we hebben nog even voor we gaan, het zal vast niet overal regenen, het zal niet de hele dag regenen en de mooiste: ik zit liever in Florida met regen dan op mijn werk met mooi weer.

 

Maar het mag duidelijk zijn dat het begint te kriebelen. Er worden zelfs al voorzichtig suggesties gedaan wat we de eerste dag gaan doen. Wat wel minder is is dat de Amerikanen in al hun wijsheid hebben besloten dat de veiligheidsmaatregelen aangescherpt dienen te worden op luchthavens waarvandaan rechtstreeks op de VS wordt gevlogen. Dat betekent dus dat ook Schiphol er aan moet geloven. Zo was vandaag het nieuws dat er geen telefoons en tablets worden toegelaten in het vliegtuig als deze niet aan kunnen. Want, zo beweert Uncle Sam, het zou dan zo maar eens kunnen dat er geen batterij in het device zit maar een ontplofbom. Maar goed, we houden ons zo netjes mogelijk aan de regels om de Amerikanen niet onnodig te provoceren. Al moet ik wel uitkijken want ik neem maar liefst twee telefoons mee (voor de navigatie en de reserve-mocht-de-eerste-kapot-gaan navigatie) én ik heet Hayes en dat betekent nu eenmaal dat ik veel vaker de spreekwoordelijke pineut ben dan iemand met een minder welluidende achternaam.